Geplaatst op 5 mei 2017.
Kijkje achter de schermen Burgemeester Kruijffbad
Hoe komen wij eigenlijk aan dat warme zwemwater? Hoe besparen we kosten? En nee, wij zwemmen heus niet in het water van de Aviko maar we gebruiken alleen de restwarmte van de fabriek. Carel Swaan schreef er een mooi artikel over voor De Achtste Steen. Bedankt dat we het mogen doorplaatsen! Het artikel:
‘Zaterdag 22 april was het weer zover. Na de officiële opening door burgemeester Marianne Besselink kon het zwemseizoen 2017 weer beginnen. Mede dankzij de medewerking van rond 173 vrijwilligers ziet het Burgemeester Kruijffbad er weer uit om door een ringetje te halen. Maar achter de schermen is ook hard gewerkt aan het terugbrengen van de structurele kosten door maatregelen op het gebied van energiebesparing en verduurzaming. Hoofddoel was het reduceren van de operationele kosten waarbij tevens milieu- en ecologische aspecten zijn meegenomen.
Zonnepanelen voor de douches
We spraken erover met Bert Jan Westendorp, bedrijfsleider van het zwembad en de sporthal. “We hebben de afgelopen jaren op een aantal terreinen maatregelen doorgevoerd, waaronder de frequentieregeling van de pompen, de voorverwarming van het douchewater, de watervoorziening en de restwarmte van Aviko”, legt hij uit. Een frequentieregeling op de pompen zorgt ervoor dat de pompen niet dag en nacht op volle toeren draaien. Zo wordt elektriciteit bespaard, bijna 30.000 Kwh per jaar. Dit systeem werd aangelegd door Regelink Besturingstechniek Toldijk en is zelfs per mobiele telefoon van huis uit te bedienen.
Voor de voorverwarming van het douchewater wordt gebruik gemaakt van een zonneboiler zonder panelen, want het warme water komt van de Aviko en verwarmt de boiler voor tot 60 °C. Verhey Toldijk verzorgde deze installatie. In het zwembad gaat maar liefst 900 m3 water. Voor de watervoorziening werd eveneens door vrijwilligers een eigen grondwatervoorziening aangelegd. Dat scheelt ieder jaar 3600 m3 water. Dit alles vergde weliswaar een forse investering, maar die wordt relatief snel, binnen vijf jaar, terugverdiend.
Warmte van de Aviko
De belangrijkste besparing wordt natuurlijk al jaren bereikt door gebruik te maken van de restwarmte van buurman Aviko. Bert Jan Westendorp: “Misschien is het toch goed om nog een keer uit te leggen hoe dit werkt. Er zijn misschien nog steeds mensen die denken dat we het overtollige warme water van Aviko in het zwembad laten lopen. We gebruiken de restwarmte, zeker niet het water.” Door een buis komt het warme water van de Aviko binnen bij het zwembad. Dat water heeft op dat moment een temperatuur van 60°C. Via een zogeheten warmtewisselaar wordt het water in het zwembad via die buizen verwarmd tot 28°C. Die warmte wordt niet alleen gebruikt voor het zwemwater maar ook voor de douches. Het zwembad gebruikt dus 30°C, het Aviko-water gaat via een buis weer terug naar de fabriek. Door dit systeem wordt ca. € 45.000 per jaar bespaard op het gebruik van gas.
Opslag chemicaliën
Om de kwaliteit van het zwemwater op peil te houden wordt zoals ieder zwembad gebruik gemaakt van chemicaliën. Teneinde aan alle veiligheidsvoorschriften te kunnen voldoen werd de opslagruimte met behulp van een tiental vrijwilligers en de leveranciers grondig verbouwd. Alle pompen die daarvoor nodig zijn, zijn beveiligd. Er staan dubbelwandige tanks die ieder 1000 liter zwavelzuur en chloor bevatten. Men kwam tot de conclusie om niet zelf hierin te investeren, maar heeft gekozen voor een systeem waarbij jaarlijks slechts een soort statiegeld wordt betaald. Het totale concept werd bedacht door vrijwilligers, Omgevingsdienst Achterhoek (ODA), chloorleverancier en personeel. Ook dat scheelt nog eens € 25.000. Bij onverhoopte calamiteiten moeten die tanks natuurlijk razendsnel naar buiten gereden worden. Voor dat doel beschikt men over een elektrische palletwagen, die werd gesponsord door TMHL-Toyota uit Ede.
Door al deze technische voorzieningen kan het zwembad weer jaren vooruit. Een welverdiend compliment aan bestuur, medewerkers en vooral vrijwilligers is zeker op zijn plaats.’
Tekst: Carel Swaan / Foto’s: Jan Oostland



